Voor deze kleine particuliere tuin (35m2) heb ik in 2015 het eerste ontwerp met beplantingsplan gemaakt. Hoe kleiner de tuin, hoe groter de uitdaging. Er is geen ruimte voor foutjes, het beeld moet helemaal kloppen. Afgelopen lente heb ik het beplantingsplan een update gegeven.
In 2015 was de tuin nog volledig betegeld. In het nieuwe ontwerp heb ik alleen het middelste deel van de verharding laten liggen. De rest van de verharding langs de randen is afgevoerd inclusief het onderliggende straatzand. De plantenborders die zo onstonden zijn 40cm diep afgegraven en gevuld met biologische tuinaarde van Bio-kultura.

De rafelige randen van de overgebleven verharding heb ik bewust niet opgesloten met betonbandjes maar met sterke bodembedekkende en deels beloopbare planten. De planten zelf en de wortels ondergronds houdt de verharding op zijn plek. Aangezien het terras en pad extensief gebruikt worden, is dit voldoende (en het scheelt enorm veel geld).
In eerste instantie heb ik geprobeerd in deze tuin gemengde vaste planten borders met een basis van grassen te creëren. Langs de randen tegen de schutting aan had ik enkele struiken geplant, die ook gedurende de winter een groen geraamte aan de tuin geven. De rijke en vochthoudende grond van Bio-kultura bood een goede uitgangssituatie voor nieuwe beplanting.

De grassen die ik destijds heb toegepast zijn luzula nivea en calamagrostis acutifolia ‘Karl Foerster’. Uiteindelijk bleken de grassen te grof voor een kleine tuin als deze. De calamagrostis pollen werden te groot en drukte andere planten weg. Ondanks dat de luzula wintergroen is, was het beeld gedurende de winter erg wild en niet per se mooi. Dit soort grassen werken alleen in grote groepen in grote tuinen.
Minder dominante soorten als ajuga reptans ‘Atropurpurea’, Lamiastrum galeobdolon en Leptinella squalida verdwenen deels door de concurrentie van de grassen. Daarnaast hebben de hete zomers van de afgelopen jaren deze vochtminnende soorten waarschijnlijk ook parten gespeeld.
In de lente van 2019 heb ik de tuin opnieuw onder handen genomen. Met alle nog goede overgebleven planten heb ik samen met nieuwe planten de tuin een update gegeven. De meeste grassen hebben plaatsgemaakt voor sterkere bloeiende zonminnende vaste planten. De planten zijn groepsgewijs aangeplant in plaats van een gemengd. Dit geeft een rustiger en sterker beeld. De verschillende soorten hebben zo ook minder last van onderlinge concurrentie.

De warme gele tinten van de rudbeckia en de paarsblauwe tinten van de agastache, salvia en geranium vormen een krachtig contrast. Daarnaast trekt deze tuin enorm veel bijen en vlinders aan. Er zijn ook al kikkers gespot op de schaduwrijke vochtige plekjes. Ook van een kleine stadstuin kun je dus een duurzaam en weelderig paradijsje maken!